De straten waren zo heet, van een afstand leek het of er water op lag, te wachten op de autobanden en de fietsers om ze al spetterend te verfrissen, maar helaas de straten waren kurk en kurk droog.
De stoplichten stonden bijna nutteloos te wachten op automobilisten, de weg was bijna leeg en akelig stil.
Er waren die dagen veel branden geweest, mensen werden moe en minder oplettend van de warmte en apparaten om het binnen koel te houden werden overbelast.
Tanja, reed die dag op haar scooter naar haar oppas adres en werd overvallen door de hitte, zag door de zon ineens geen hand meer voor ogen en schepte mij.
De straten die even ervoor zo leeg waren vulden zich nu met kijkers en een ambulance en politiewagens. De hitte die ze afgaven was enorm. Het meisje op de scooter lag op de grond, maar ze leek het goed te maken, ze sprak nog en de mensen die zich over haar bogen leken niet verontrust. De gezichten die boven mij hingen zagen er zorgelijk uit, al probeerden ze dat te verbergen, vermoedde ik. Een man van in de vijftig nam de leiding, haalde alle pottenkijkers bij me weg en riep: “niet aankomen, niet verslepen, maak een grote cirkel om haar!” De man keek me vaderlijk aan en zei met stoere kordate stem dat het allemaal goed zou komen, dat ik nu maar even moest vertrouwen op hem en alles kon overlaten aan de hulpverleners, alles komt goed, alles komt goed. Dat was het laatste dat ik hoorde en langzaam gleed ik in een met mist gehulde koude tunnel.
Trudy Den Herder.
Fictie.
Nu maakt je het wel weer spannend Trudy.
Nu zitten we weer met spanning op deel 2 te wachten.
Goed zo!
Tjee! Heb je niks leukers om over te schrijven? 😉
Tja, dat hebben we allemaal alweer gehad, de hoera’s, de mieren, de Radio Knappert.nl, de hamsters, en nu weer een vervolghaal, tja, zo borrelt dat op he.